Marten heeft geen enkel respect voor de mening van een ander. Ik mag dat niet zeggen, maar zoi zijn de feiten wel!
Nee, het is geen welles-nietus spelletje.
Jij maakt dat ervan. Jij maakt bovendien dat een ander hier geen mening hebben mag.
Jij neemt alles voor waar aan wat jouw kerk jou leert.
Ik neem niet alles voor waar aan wat de kerk mij leert.
Ik toets alles en neem aan wat de Schrift mij te zeggen heeft.
Maar jij gaat er van uit dat alles wat een kerk mij leert, dat dat mijn overtuiging is.
Zo zit jij altijd ernaast.
Verstand voorop, is mijn motto!
En jij???
Cherry
OPEN DISCUSSIE FORUM-,JOHNNY
OPEN DISCUSSIE FORUM !
Datum: 09-09-2015
Onderwerp: Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:NIEUW OPEN DISCUSSIE FORUM!
Datum: 09-09-2015
Onderwerp: Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:NIEUW OPEN DISCUSSIE FORUM!
Inderdaad Marten, je hebt gelijk.
In de bijbel staat: God gaf de wet aan Mozes en aan de Israëlieten en aan Marten Dek.
Aan Cherry gaf Hij het liefdesgebod: God en haar naasten liefhebben.
Dan is het helemaal klaar.
Datum: 11-09-2015
Onderwerp: Re:Re:Re:Re:NIEUW OPEN DISCUSSIE FORUM!
@@@@
Ja als je niet kunt lezen wat er staat in Gods Woord en jarenlang Rome aan het verdedigen bent, dan ben je bij mij aan het verkeerde adres.
Zou je er eens serieus op in gaan, maar dat wil je niet, het kwetst je schijnbaar om een gedachte los te laten die je koestert, dan is er iets mogelijk.
Zelfs de Sabbat voor jou, hetgeen Jezus zegt, kun je niet aanvaarden.
Maar de zondag van Rome, daar smul je van. Zit in je aderen gegoten.
Jezus op zondag opgestaan geloof je onmiddellijk. Drie dagen en drie nachten van Jezus neem je met een korreltje zout. Twee nachten zijn jou ook wel goed genoeg.
Ik wens je een fijne zondag toe, maar niet zeuren als dat de Dag van God niet is en niet kan zijn.
Jezus is immers Heer van de Sabbat!!!!
Met vr. gr.
Marten Dek.
Datum: 17-09-2015
Onderwerp: Re:Re:Re:Re:Re:NIEUW OPEN DISCUSSIE FORUM!
Aan Marten:
Je hebt het er maar steeds over wat de ander voor jou moet doen om jouw lusten tevreden te stellen.
Maar voor de ander, wat heb jij naar de ander: alleen maar wantrouwen!
En verder, achterdocht. Je bent zelf totaal mislukt in het leven.
Nou ik dus niet.
Je leeft als een boer op het water. En als ik je enkele dingen vertel die waar zijn, dan is het alleen maar ...
Schaf eens een goede spiegel aan en laat de ander in haar waarde!!!
Cherry
Datum: 19-09-2015
Onderwerp: Re:Re:Re:Re:Re:Re:NIEUW OPEN DISCUSSIE FORUM!
Beste Marten en Ray,
Als je over wet en genade wilt praten, moet je natuurlijk wel weten welke rol dat Jezus daarin speelt en wanneer die rol begint. Die rol begint bij zijn geboorte en onze rol begint bij Zijn Hemelvaart. De rol van de wet begint in de Sinaï en eindigt bij de Hemelvaart van Jezus.
Toen Jezus opgestaan was uit de doden en voordat Hij naar de Vader ging gaf Hij aan zijn apostelen de opdracht: “Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en leert hun onderhouden alles wat Ik u bevolen heb” (Mattheüs 28:19-20).
Paulus werd door de verrezen Heer geroepen tot het apostelschap (Filippenzen 3:12) om het geloof naar de heidenvolken (niet-Joden) te brengen
(1 Korinthiërs 9:1; Galaten 1:15-16 enz.). Paulus is daarom bij uitstek de apostel die wij, niet-Joden, kunnen raadplegen. Want Paulus weet als voormalige Joodse wetgeleerde hoe de wet en de genade zich tot elkaar verhouden en hij schrijft daar veel over, vooral in de brief aan de Galaten, omdat de Galaten terug wilden keren van de genade naar de oude wet.
Het Oude en het Nieuwe Verbond
Het Oude Verbond vertelt dat een mens gerechtvaardigd wordt door de wet (bedoeld is de Tien Geboden) te onderhouden en het Nieuwe Verbond leert ons, dat een mens alleen door geloof in Jezus Christus gerechtvaardigd wordt.
Geloof
God heeft de wereld lief, dat is de kerngedachte van het christelijk geloof (vergelijk Johannes 3:16). Het woord “geloof” betekent “vertrouwen”, en vertrouwen kan men niet leren. Zeker niet door een aantal uiteenzettingen en toelichtingen. Men kan geloven niet leren, maar men kan ook zonder leren nauwelijks geloven. Kennen (weten) in de sfeer van het geloof vereist wel in bijzondere mate zich openstellen voor en omgaan met datgene wat we willen kennen (weten).
Onder rechtvaardiging wordt verstaan, dat God de gelovige mens, die in zijn ongehoorzaamheid allerlei zonden heeft bedreven, rechtvaardig verklaart en hem vrij spreekt van alle schuld en straf. God verklaart de mens rechtvaardig vanwege het geloof in Jezus, de Messias, Die alle zonden verzoend heeft in zijn lijdend sterven. Dit is de enige grond van de rechtvaardiging; deze grond is niet wat de mens zelf deed of zal doen.
Geloven is enerzijds aanvaarden (vermogen om kind van God te worden) en anderzijds weten (kind van God geworden) dat de Heer Jezus heeft geleefd en mijn schuld verzoend heeft, dat Hij de overwinning heeft behaald over alle machten die God tegenstaan; dat Hij voor altijd gezeten is aan de rechterhand van God (Hebreeën 10:12) en dat Hij eens de uitoefening van de heerschappij van God volledig herstellen zal. Door nauwkeurig te bestuderen wat de Heilige Schrift over de Heer Jezus zegt, kunnen wij spreken van wat wij weten.
Geloven, dat is vertrouwen in de Heer Jezus, sluit dus in: het kennen van de Heer, maar ook het Hem liefhebben en met hoopvolle verwachting uitzien naar wat Hij uiteindelijk doen zal, namelijk het totaal herstellen van het koninkrijk van God.
Dit wonderlijk vertrouwen is een geschenk dat de heilige Geest ons geeft. Hij gebruikt hiertoe de Heilige Schrift, de woorden van God.
Gods ongebroken liefde tot de wereld
Hoewel het volk Israël Gods wil dus kende door de wet, heeft het toch bij die wet alleen niet willen leven. Daarom vraagt het volk op de duur om een aardse koning zoals andere volkeren hebben. Een hachelijke vraag voor een volk, dat juist door God bevrijd was om onder Zijn koningschap te gaan leven. Toch is de koning er gekomen. Echter een koning, die op andere wijze koning was dan de koningen van andere volken. Die koningen in omringende landen gaven zich dikwijls uit voor goden of godenzonen en waren daardoor onbeperkte despoten. Zij waren aan niets of niemand verantwoording schuldig en beschikten vrij over het leven en de welvaart van hun volken.
Israël’s koning wordt echter een koning bij de gratie Gods; een koning, die bestemd was om Gods bedoelingen en opdrachten uit te voeren en te verwezenlijken. Israël’s koning was en bleef altijd mens, aan de wetten onderworpen, altijd verantwoording schuldig, aan grenzen gebonden. Het volk is er niet terwille van hem, hij is er terwille van het volk. Israël’s koning was ook een koning die kon zondigen.
Koning Saul bezweek voor de verzoeking. Hij ontstak het offer, terwijl hij niet bevoegd was. Daarom kon hij niet langer koning zijn. Zijn opvolger David was een man naar Gods hart. Hoewel hij de scheiding van de machten in de staat eerbiedigde, ging hij persoonlijk in de fout toen hij overspel pleegde met de vrouw van zijn naaste en daarmee het tiende gebod overtrad. Uiteindelijk maakte hij het goed met God, maar de gevolgen van zijn misdaden kon hij niet meer ongedaan maken.
Jezus is de laatste koning uit de stam Juda, die na eeuwen her de rechtmatige troonopvolger was van koning David, vandaar zoon van David. Terwijl de Joden het spoor bijster waren geraakt en Herodes tot koning hadden, die nota bene uit een ander volk stamde.
De boodschap van Jezus
Zo treden onder Israël de profeten op. Het is de taak van de profeten om koning en volk terug te roepen tot hun unieke taak om dienaar en volk van God te zijn en de volkomen Godsheerschappij hier op aarde bij voorbaat uit te oefenen. Deze bijzondere opdracht heeft consequenties, de profeten wijzen daar voortdurend op, voor de politiek, voor het sociale leven en voor de eredienst.
Geen wonder, dat ten tijde van Jezus sterke groepen, de zgn. Zeloten, er voor ijverden om eerst dit bruggenhoofd met geweld weer aan de Romeinen te ontnemen. Door Israël weer vrij te vechten, opdat zo van hieruit het Godsrijk over de hele wereld zal kunnen worden hersteld. Anderen, de Farizeeën, hebben dieper gezien. In navolging van Ezra en Nehemia in het Oude Testament, die toch ook rustig de heerschappij van Perzië over Israël erkenden, hebben de Farizeeën begrepen, dat de Godsheerschappij geen zaak is van uiterlijke macht en geweld. Zij zijn gaan zien, dat waar de goddelijke wet stipt wordt gehoorzaamd in feite God weer regeert – zonder dat Perzen of Romeinen daar iets aan af of toe kunnen doen.
Nauwkeurig trachten te leven volgens de wet van God, zoals die op de Sinaï werd gegeven, is de beste voorbereiding voor het herstel van de Godsheerschappij; dit menen de Farizeeën. Deze spanning tussen de verwachting van de Zeloten en van de Farizeeën zal voor een groot deel het optreden van Jezus bepalen. Dat voor beider standpunt iets te zeggen valt, is duidelijk.
Jezus treedt op met de boodschap “het rijk van God is nabijgekomen, bekeert u!” Dit is het thema, dat heel zijn optreden samenvat en beheerst. Om de heerschappij van God over de wereld te herstellen en om dat herstel bekend te maken is Hij op de wereld gekomen.
De weg, die Jezus wijst is echter deze: bekeert u!
Geen uiterlijk geweld, zoals de Zeloten wilden, geen strengere moraal, zoals de Farizeeën dachten, geen ascese of zelfkastijding om de lichamelijkheid ten onder te brengen, geen stipt uitgevoerd ritueel, niet het kennen van een leer, maar: bekeert u!
Bekering
Bekering wil zeggen: je keren tot God. Geloven in Jezus Christus. Het ontvangen van de heilige Geest en je laten leiden door Hem. Het Koninkrijk Gods bestaat uit gerechtigheid, vrede en blijdschap door de Heilige Geest.
Het optreden van Jezus
Als Jezus zijn optreden begint, introduceert Johannes de Doper Hem met de woorden: “zie, het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt!” Bondiger en doeltreffender kon het niet worden gezegd wie Jezus is: Hij sticht het rijk, niet door de omstandigheden te veranderen (de Romeinse heerschappij of het economisch stelsel) of door de lichamelijkheid te niet te doen of wat dan ook te doen, maar door de zonde, datgene waardoor de wereld haar doel mist, weg te nemen. De zonde van niet alleen het joodse volk, maar van de wereld. Deze zonde is namelijk dat zij niet geloven in Christus (Joh.16:9) Hij doet dit als het door God gegeven en goddelijk lam, door zijn verzoenend offerlijden.
De laatste vraag, vlak voor zijn hemelvaart, die Jezus gesteld wordt is: herstelt Gij nu het koningschap voor Israël? En op hetzelfde ogenblik zet Hij zich inderdaad aan de rechterhand van God om vandaar uit, niet alleen voor Israël, maar voor de gehele wereld het koningschap te herstellen. Het koningschap dat niet van deze wereld is, waarvan zijn volgelingen de getuigen mogen zijn over de gehele aarde – en dat door hun getuigenis beslag zal krijgen over de mensen en zo over al het geschapene.
We kennen het leven van Jezus uit de Heilige Schrift, en met name uit de vier evangeliën.
Deze vier evangeliën hebben alle vier dezelfde bedoeling, nl. te doen inzien, dat Jezus werkelijk de Messias is, waar de Joden naar hebben uitgezien – en dat Hij op zeer bijzondere wijze deze Messias is.
Iedere evangelist beschrijft dit weer op iets andere wijze, al naar gelang van de verschillende lezers tot wie hij zich richt, maar de bedoeling is dezelfde.
Hetgeen over het leven van Jezus bekend is, is verzameld in de Heilige Schrift of Bijbel, met name de Evangeliën.
Het optreden van Jezus
Aan het begin van Jezus’ optreden stelt de evangelist Mattheus de zgn. “Bergrede”. Deze Bergrede is typerend voor het onderricht van Jezus.
Jezus laat zo t.o.v. de Zeloten zien dat de Gods-heerschappij niet maar een zaak van uiterlijk machtsvertoon is, maar dat zij bestaat in de onderhouding van Gods wet zoals Jezus ons die aanreikt in de Bergrede!
Tegenover de Farizeeën toont Jezus, dat de strekking van de wet veel verder reikt dan zij vermoedden en dat daarom echte wets onderhouding een volkomen omkeer van onze gezindheid vereist: bekering. Wets-onderhouding vanuit de nieuwe gezindheid is niet tevreden zijn in een schijncompromis met de letter van de wet, zoals de Farizeeën dat kenden, maar het is een vragen naar de diepe zin van de wet en daarnaar willen leven.
Gelijkenissen
In het bijzonder in tal van gelijkenissen heeft Jezus de aard van de Godsheerschappij getekend. Vooral de wijze, waarop deze Godsheerschappij gevestigd wordt – zo heel anders dan zijn tijdgenoten dachten – is het kernpunt van vele gelijkenissen.
Wonderen
Dit spreken in gelijkenissen maakt, dat de boodschap wel bekend gemaakt, maar tegelijk ook verhuld wordt. Ditzelfde treft ons ook bij allerlei wonderen, die Jezus doet en die soms met een zekere geheimzinnigheid worden omgeven (het verbod om er over te spreken bijvoorbeeld). Deze verhulling heeft twee oorzaken.
De eerste is het mogelijke misverstand bij de omstanders. Zodra er over de koningsheerschappij van God gesproken wordt, met name onder de Zeloten, zou dit spreken onmiddellijk tot opstand tegen de Romeinen kunnen leiden en hiermee zou niets gewonnen zijn.
De tweede oorzaak is, dat Jezus, als koning nog steeds incognito optreedt, ook daarom spreekt Hij in gelijkenissen en beperkt Hij de glans van zijn wonderen. Er blijkt een nauw verband te bestaan tussen de wonderen en geloof. Waar geen geloof is kan Jezus geen wonderen doen; m. a. w. waar geen zicht is op wat Jezus werkelijk bedoelt, kan Hij zich door wonderen niet verstaanbaar maken. De wonderen wekken dan alleen maar misverstand.
De bedoeling van de wonderen is om ter illustratie van de prediking te laten zien hoezeer de onderwerping van de mens aan de herstelde Godsheerschappij het verziekte, mismaakte leven weer doet opbloeien en hoe de weer gehoorzame mens ook de natuur weer kan leiden, besturen en beheersen (wandelen op de zee!).
In heel Jezus’ optreden treft ons een voorkeur voor de armen en ontrechten, immers in hun leven wordt de ontwrichting van de samenleving zoals God die bedoeld had, het duidelijkste openbaar, en aan hen kan dus ook het gemakkelijkste worden gezien wat het herstel betekent, dat Jezus beoogt.
Jezus ontvouwt in de Bergrede de grondtrekken van Gods heerschappij over de wereld. Aansluitend bij de wet, die op de Sinaï gegeven werd na de uittocht uit Egypte, toont Jezus nu de diepste bedoeling van deze wet en laat Hij zien wat het onderhouden van deze wet betekent. Dit zo volledig laten gelden van de wet noemt de bijbel vaak “het vervullen van de wet”.
De Bergrede 1
Zaligsprekingen en weeklachten
Toen Jezus met de twaalf afdaalde, bevond zich daar een talrijke groep leerlingen en veel volk, van heinde en ver bijeengekomen. Hij zette zich neer en sprak:
Zalig, gij armen!
u behoort de heerschappij van God.
Zalig gij, die nu hongert!
gij zult verzadigd worden.
Zalig gij, die nu weent!
gij zult lachen.
Zalig zijt gij,
als de mensen u haten,
en als zij u uitstoten,
als zij u beschimpen
en als zij uw naam als vuil verwerpen
omwille van de Mensenzoon!
Verheug u op die dag en dans!
want zie: uw loon in de hemel is groot.
Maar wee u, gij rijken!
gij hebt uw troost reeds ontvangen.
Wee u, die nu verzadigd zijt!
gij zult honger lijden.
Wee u, die nu lacht!
gij zult klagen en wenen.
Wee, wanneer alle mensen u vleien!
De taak van de gelovigen in de wereld
Gij zijt het zout ? der aarde. Wanneer echter het zout zijn kracht verliest, waarmee moet men het dan zouten? Tot niets dient het meer. Het wordt weggeworpen en door de mensen vertrapt. Gij zijt het licht van de
wereld. Een stad op de berg kan niet verborgen blijven. Men steekt ook niet een licht aan en zet het onder de korenmaat, maar op de kandelaar; dan schijnt het voor allen in het huis. Zo moet ook uw licht voor de mensen schijnen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader in de hemel prijzen.
De oude en de nieuwe wet
Gij hebt gehoord dat tot de ouden gezegd werd: Gij zult niet doodslaan; wie doodt, wordt voor het gerecht gedaagd. Ik echter zeg u : Ieder die vertoornd is op zijn broeder, wordt voor het gerecht gedaagd. Wanneer gij uw gave naar het altaar brengt en u daar herinnert dat uw broeder iets tegen u heeft, laat dan uw gave voor het altaar achter, ga u eerst verzoenen met uw broeder. Kom dan terug en offer uw gave.
Gij hebt gehoord dat tot de ouden gezegd werd: Gij zult geen valse eed doen. Ik echter zeg u: Gij zult in het geheel niet zweren. Uw ja moet ja zijn, uw neen moet neen zijn. Wat daar bijkomt, is uit den boze.
Gij hebt gehoord dat gezegd werd: Oog om oog, en tand om tand. Ik echter zeg u: Gij zult geen weerstand bieden aan hem die u kwaad doet. Wanneer iemand u op de rechterwang slaat, keer hem dan ook de andere toe. Wanneer iemand u voor het gerecht wil brengen en uw onderkleed afnemen, bied hem dan ook uw bovenkleed.
Gij hebt gehoord dat gezegd werd: Gij zult uw naaste liefhebben en uw vijand haten. Ik echter zeg u: Bemint uw vijanden; doet wel aan hen die u haten; zegent hen die u vervloeken; bidt voor uw vervolgers! Zo zult gij zonen worden van uw Vader in de hemel; want Hij laat zijn zon opgaan over slechten en goeden, en doet het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
Wanneer gij slechts liefhebt die u liefhebben, wat voor loon zal u dan te wachten staan? Doen ook de tollenaars dat niet? En wanneer gij slechts uw broeders groet, wat voor bijzonders doet gij dan? Doen dat ook de heidenen niet? Weest dus volmaakt, zoals uw hemelse Vader volmaakt is! (Mt. 5:1-16, 21-26, 33-48; Lk. 6:17, 20-36).
Bepaalde gedeelten van de Bergrede zijn door Jezus verkondigd op een bergachtige hoogte noordwestelijk van Kafarnaüm. De plaats waar Jezus tevoren de apostelen had uitgekozen, lag nog verder het bergland in.
De Bergrede bevat de kern van Jezus’ boodschap over het christelijk leven. Zij roept de mens op geheel op God te vertrouwen, en in iedere nood van het aardse leven dapper te wachten op diens welwillende hulp en op het eeuwige heil en geluk. Zij vermaant hem eraan te denken dat men God niet kan beminnen zonder ook de mensen en zelfs de vijanden te beminnen.
De zaligsprekingen en weeklachten van dit stuk staan zo in het Evangelie volgens Lukas. Op het feest van Allerheiligen verkondigt de Kerk: de zaligsprekingen in de vorm waarin ze bij Mattheüs staan. Daar zijn het er acht; de weeklachten ontbreken.
? Het zout, dat in Palestina ten tijde van Jezus vooral bij de Dode Zee (Zoutzee) gewonnen werd, was niet zo zuiver als ons zout. Wanneer het vochtig werd, bevatte datgene wat overbleef, meer andere stoffen dan zout. Het was krachteloos en niet meer geschikt om te zouten. Men moest het weggooien.
Voor de Oudtestamentische wet ‘oog om oog’! Ten tijde van Jezus had deze wet haar oorspronkelijke zin verloren, omdat de Joden geen nomadenvolk meer waren. Wie haar toepassing eiste, deed dat uit wraakzucht. Deze wraakzucht wilde Jezus uitroeien.
Een uitdrukkelijk gebod om de vijanden te haten, staat niet in het Oude Testament. Het gebiedt zelfs de vijanden lief te hebben, doch alleen wanneer het gaat over hen die tot het eigen volk behoren. Leden van een ander volk en de vijanden van Israël mocht men haten. Jezus daarentegen verplicht tot een liefde die geen enkele mens uitsluit.
De gulden regel
Alles wat gij wilt dat u niet geschiedt, doe dat ook een ander niet.
Cherry
Datum: 23-09-2015
Onderwerp: Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:NIEUW OPEN DISCUSSIE FORUM!
Hallo Cherry,
Sorry ben nogal druk, lees nu pas je reactie, en die is nogal Wil best reageren maar dan ond voor ond., trouwens ben ik het voor een groot deel mee eens, maar ook weer niet.
Het vervelende is dat in onze taal en of vertalingen, we de Bijbel op 1 manier proberen uit te leggen. dat kan in sommige gevallen maar heel vaak niet. Hebreeuws heeft zowiezo een heel andere zienswijze en deze zienswijze kan je op verschillende manieren bekijken. Ik kom uit de evangelische wereld en weet dus vrij aardig hoe je denkt en waarom, Maar ik ben doordat ik oa het OT ben gaan onderzoeken op een ander conclusie gekomen.Wat ik vind of wat wie dan ook vind moet in overeensteming zijn met heel het woord nieuw en oud. Het gaat niet wat wij vinden maar wat vind God er van. en natuurlijk zoekt iedereen oprecht. De vraag is alleen; is het voldoende om alleen de Ned tekst te lezen, om vanuit onze cultuur en achtergrond/ onze kennis op de Bijbel los te laten? Het is de afgelopen 1800 jaar wel gebleken dat onze theologie ons alleen maar 10000 verschillende kerken hebben opgebracht met elk haar eigen jezus, eigen wetjes en eigen tradities..
Ik heb maar 1 pincipe; de Bijbel is Gods Woord er zijn geen tegenstrijdigheden in wat Jahweh en of Yeshua zeggen, tussen OT en NT, heel Zijn woord is voor eeuwig.
wat wil je als eerste bespreken?
Shalom Ray William
Datum: 12-10-2015
Onderwerp: Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:NIEUW OPEN DISCUSSIE FORUM!
Aan de zeeman Marten Dek.
Beste Marten,
Hoewel je een drukdoende man bent, ken je het verschil niet tussen
1. De Wet van Mozes en de Godsgeboden.
2. En ken je het verschil ook niet ussen het Oude en Nieuwe Verbond.
3. Je kent ook het verschil niet in tijden zoals wat geweest is en wat nog moet komen.
4. Je weet ook niet voor wie wat geschreven is.
5. En ook niet wie met wie iets afgesproken heeft.
6. Je plaatst zelf soms de toekomst in het verleden.
7. Verder heb jij het altijd bij het rechte eind, en ik heb het altijd fout.
8. Ik ben bij de verkeerde kerk en jij bij de enige goede kerk.
9. Ik ben een zondaar en jij een heilige.
10. Jij plaatst mijn stukje niet en de jouwe wel.
11. Het geloof is voor jou alleen de sabbath en mijn geloof is helemaal fout.
En zo kan ik nog wel even doorgaan.
En deze 11 punten hussel je ook nog steeds weer door elkaar. En jij bent de enige die denkt dat te begrijpen.
Ik zal je vandaag of morgen op het Open Discussie Forum bij Johhny neerschrijven wat jouw grootste misrekening is. Dat kan niet op jouw site, want dat plaats je dan niet.
De lieve groetjes maar weer.
Cherry
Datum: 12-10-2015
Onderwerp: Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:NIEUW OPEN DISCUSSIE FORUM!
DANIËL DE PROFEET
Daniël was een groot profeet. Door visioenen maakt God aan hem bekend de wereldrijken die over de wereld zullen heersen, totdat het Koninkrijk Gods zal komen, als een eeuwig onvergankelijk Koninkrijk der hemelen, dat al de aardse rijken teniet zal doen.
In de tijd van Daniël heerste Nebukadnezar over al de koninkrijken der wereld. Het was het Babylonische rijk. Deze machtige vorst krijgt een droom die hem zeer verontrust. Hij beseft dat zijn droom een bovennatuurlijke oorsprong heeft en wil de uitlegging van de droom weten. Dan stelt hij al de geleerden, wijzen, waarzeggers en bezweerders op de proef.
Hij vertelt hun de droom niet, maar verwacht van hen dat ze hem zowel de droom als de uitlegging bekend zullen maken. Kunnen zij het niet dan zullen ze allen ter dood gebracht worden. De geleerden antwoorden de koning dat hij een onmogelijke zaak van hen vraagt en dat nooit een vorst, hoe machtig ook, iets dergelijks van enige geleerde, bezweerder of Chaldeeër heeft gevraagd. Ook Daniël en zijn vrienden lopen gevaar gedood te worden met al de wijzen van Babel. Dan gaan ze in gebed en smeken de Heer om uitkomst. God alleen kan de droom en z'n uitlegging bekend maken.
De Heer verhoort hun gebeden en toont aan Daniël hetzelfde wonderbare beeld, wat ook Nebukadnezar in zijn droom gezien had en ook de uitlegging maakt God aan Daniël bekend.
Eén glimp van Goddelijke kennis en wijsheid doet alle wijsheid van de mensen in het niet verzinken. Prijst God ! Laten wij ons wenden tot de Heer, de bron van alle wijsheid. Hij wil ons altijd alles bekend maken, wat we nodig hebben te weten.
We kunnen onze God vertrouwen, Hij geeft antwoord op het gebed. Daniël geeft God de eer en zegt:
"Er is een God in de hemel, die geheimen openbaart" (Daniël 2:28).
Dan volgt de beschrijving van het wonderbare beeld dat de vijf opeenvolgende wereldrijken symboliseert.
1. Het beeld heeft een gouden hoofd, wat het Babylonische rijk voorstelt.
2. Daarna zal een rijk komen dat geringer is, het Medo-Perzische rijk, gesymboliseerd in de zilveren borst en armen.
3. Dan volgt een rijk van koper, de buik en lendenen. Dit is het Grieks-Macedonische rijk.
4. Daarna een rijk van ijzer, de benen van het beeld. Dit is het Romeinse rijk.
5. Dan het vijfde rijk, de voeten van ijzer en leem.
Tot en met het vierde, het rijk van de benen van ijzer, is alles in vervulling gegaan zoals het voorspeld was.
Alleen het rijk van de voeten van ijzer en leem is nog toekomstig. Dit zal het rijk van de antichrist zijn, wat zich zal openbaren vlak voordat het Koninkrijk Gods zal komen. Dit Godsrijk wordt gezien als een steen die zonder toedoen van mensenhanden van de berg losraakt en het beeld raakt aan de voeten.
Dan wordt door de steen het gehele beeld verbrijzeld en de steen wordt tot een grote berg die de gehele aarde vult. De heerschappij van dat Koninkrijk zal op geen ander meer overgaan (Daniël 2:28-45).
Wij leven nu in de tijd dat we aan vele dingen kunnen zien dat het rijk van ijzer en leem, het anti-christelijk rijk, in voorbereiding is.
Er is geen reden om aan te nemen dat het rijk van de antichrist een hersteld Romeins rijk zal zijn in de vorm van een tien-statenbond van Europa, zoals men meestal meent.
DE VIER DIEREN; HET VIERDE DIER
Een ander maal wordt aan Daniël de wereldrijken getoond, nu gesymboliseerd in vier dieren die uit de grote zee opkomen (Daniël 7).
In dit visioen is het Babylonische rijk niet meer gezien, want Daniël ziet in de toekomst.
Evenmin als in het visioen in Daniël 8, van de ram en de geitenbok het Babylonische rijk meer voorkomt. Daar wordt het erbij verklaard. De ramdoelt op de Meden en Perzen, en de harige geitenbok op de koning van Griekenland (Daniël 8 :20,21).
De engel die de visioenen aan Daniël verklaart zegt:
"Die vier grote dieren zijn vier koninkrijken die de aarde zullen beheersen" (Daniël 7:17).
Er wordt dus aan Daniël getoond de verschillende wereldrijken die na het Babylonische rijk zullen komen.
"Daniël sprak: In mijn nachtelijk visioen zag ik dat de vier winden van de hemel de grote zee in beweging brachten en dat vier grote dieren eruit opstegen" (Daniël 7:2-3).
Het eerste dier dat hij ziet gelijkt op een leeuw met adelaarsvleugels. Merkwaardig is dat dit dier op twee voeten overeind wordt gezet als een mens en een mensenhart wordt gegeven. Deze leeuw met adelaarsvleugels symboliseert het Medo-Perzische rijk. Het mensenhart dat dit dier ontvangt slaat op het wonderbare feit, dat God het hart van de koning der Perzen beweegt om de Joden, die 70 jaar in ballingschap waren, weer naar hun land terug te laten trekken.
"Zo spreekt Kores, de koning van Perzië: De Heer, de God van de hemel, heeft mij alle koninkrijken van de aarde geschonken. Hij heeft mij opgedragen om voor Hem een huis te bouwen in Jeruzalem, in Juda. Laten al degenen onder u die tot zijn volk behoren – moge zijn God hem bijstaan – onder zijn hoede optrekken naar Jeruzalem in Juda en een huis bouwen ter ere van de Heer, de God van Israël, de God die in Jeruzalem woont" (Ezra 1:2-3).
Het tweede dier, de beer met drie ribben in zijn muil, is het Grieks-Macedonische rijk. Het derde dier gelijkt een Panter, het heeft vier vogelvleugels en op zijn rug vier koppen. Aan hem werd heerschappij gegeven. Dit doelt op het machtige Romeinse rijk.
In de tijd van Jezus' omwandeling op aarde, strekte dit rijk zich uit over de gehele toen bekende wereld. Na het Romeinse rijk is er geen wereldrijk meer geweest.
Deze rijken heersten over alle volkeren, ook over Israël. In de tijd van het Romeinse imperium werd Israël verstrooid.
Het was vanaf deze tijd niet meer mogelijk dat er een wereldrijk kwam dat ook over Israël heerste.
De vervulling van alle profetieën werd toen vele eeuwen onderbroken.
Pas wanneer Israël weer in het middelpunt staat kunnen de profetieën verder in vervulling gaan.
Er zijn vele machthebbers geweest die de hele wereld wilden onderwerpen, maar het is hun nooit gelukt. Er zal nog maar één rijk komen, dat over de hele wereld en ook over Israël zal heersen, dat is het rijk van de antichrist.
Het vierde dier dat Daniël ziet komt overeen met het beest uit Openbaring 13.
"Ten slotte zag ik in mijn nachtelijk visioen een vierde dier; het was afschrikwekkend, angstaanjagend en geweldig sterk; het had grote ijzeren tanden, waarmee het vrat en vermaalde, en wat het overliet vertrapte het met zijn poten. Het verschilde van alle vorige dieren en het had tien hoorns.
Terwijl ik naar die hoorns keek, zag ik hoe er tussen die hoorns een elfde, een kleine hoorn opschoot en hoe er drie werden uitgerukt om voor de kleine hoorn plaats te maken. Die hoorn had mensenogen en een mond vol opschepperij" (Daniël 7:7,8).
De kleine horen is de antichrist, ook in Daniël 8:9 wordt hij getoond als een horen die klein begint en dan zeer groot wordt.
Wij kunnen nu nog niet weten wat die tien koningen zijn en die drie, die door de kleine horen worden uitgerukt. Welke machten, welke rijken het zijn die door de antichrist overweldigd zullen worden. We kunnen nu alleen nog gissingen maken. Maar ik ben er van overtuigd, dat wanneer het gebeurt, wij het allen zullen herkennen en weten. Meer nog dan Davíd willen wij alles weten van dat vierde dier, want wij hebben dat beestrijk spoedig te verwachten.
Aan Daniël wordt duidelijk gemaakt dat het het laatste rijk is dat op aarde zal zijn, voordat de oordeelsdag komt en het koningschap aan de Allerhoogste en zijn heiligen zal worden gegeven.
"Toen wilde ik de betekenis weten van het vierde beest, dat van alle andere verschilde, buitengewoon vreeswekkend was, tanden van ijzer had en klauwen van brons, dat vrat en fijnmaalde, en wat het overliet met zijn poten vertrapte. En wat de tien hoorns op zijn kop betekenden en de elfde die opschoot en waarvoor er drie uitvielen; die hoorn had ogen en een mond vol opschepperij en zag er groter uit dan de andere. In mijn visioen zag ik dat die hoorn strijd voerde met de heiligen en hen overweldigde, totdat de Hoogbejaarde kwam en recht verschafte aan de heiligen van de Allerhoogste, en de tijd aanbrak dat de heiligen het koningschap in bezit namen.
Het vierde beest, zo vervolgde hij, is een vierde koninkrijk dat op aarde zal bestaan; het zal van alle andere rijken verschillen; heel de aarde zal het verslinden, vertrappen en verpletteren.
Die tien hoorns zijn tien koningen, die uit dat rijk zullen voortkomen en na hen komt er nog een elfde, die van de vorigen zal verschillen en drie koningen ten val zal brengen.
Hij zal zich tegen de Allerhoogste richten, de heiligen van de Allerhoogste mishandelen en hij is van plan feesttijden en wet te veranderen.
Ziet hier eens Marten, wat jij plaatste in de tijd van 1700 jaar geleden, en waar jij al jaren op hamert, en waar jij weet ik niet wie de schuld aan geeft en gegeven hebt, dat moet nog plaatsvinden.
Ziet eens hoe veel jij in de war bent en dat heb ik het alleen nog maar over de tijd en niet over de andere 10 punten.
Cherry.
Datum: 14-10-2015
Onderwerp: Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:NIEUW OPEN DISCUSSIE FORUM!
In de krant van vandaag staat een treffende spreuk:
"DOMHEID IS NIET TE GENEZEN!"
Datum: 15-10-2015
Onderwerp: Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:Re:NIEUW OPEN DISCUSSIE FORUM!
Dus nu en niet later.
Met vr. gr.
Marten Dek
Nu en niet later! Ja, dat zei ik.
Ik vier alle dagen sabbath.
Cherry
Nieuw bericht
YOUTUBE LIJST
De lijst is leeg.
YOUTUBE LIJST
De lijst is leeg.